De stuivende sneeuw leidde vooral in het noorden tot vorming van sneeuwduintjes met de fraaiste vormen

 

Sneeuwbuien uit verschillende hoeken
Vrijdagochtend 12 februari kwam het opnieuw op enkele plaatsen tot strenge vorst. Wijk aan Zee registeerde -11,2 graden. Op woensdag 10 februari noteerde Deelen -10,9 graden. Die dag sneeuwde het op veel plaatsen. Al in de vroege ochtend kwamen in de kustprovincies de eerste sneeuwbuien vanaf de Noordzee het land binnen. Tijdens de ochtendspits kreeg het westen van het land 1 tot 4 cm sneeuw, lokaal viel nog een paar centimeter meer.

De weinige sneeuw leverde woensdagochtend tijdens de spits opnieuw grote problemen op voor het wegverkeer met lange files. In België leidde de sneeuw tot een verkeersinfarct en een record lange file van 950 kilometer. In de loop van de ochtend dreven de sneeuwbuien landinwaarts waarbij de intensiteit langzaam afnam. Vanuit het oosten kwamen echter nieuwe buien het land binnen. In de middag en avond sneeuwde het vooral in een strook van Drenthe over de Veluwe en het midden van het land richting Brabant langdurig. De temperaturen bleven de hele dag onder nul (maximumtemperatuur Maastricht -3,5 graden) waardoor de sneeuw bleef liggen en zich al snel een nieuw sneeuwdek kon vormen. De sneeuw had een buiïg karakter waardoor de intensiteit wisselde en ook de hoeveelheden regionaal sterk uiteenliepen. Het zicht liep tijdens intensieve buien flink terug. In een brede en lange strook van Zeeland tot het noordoosten viel 3 tot 10 cm sneeuw.

Sneeuwhoos
Bovendien nam de wind toe wat leidde tot stuifsneeuw en sneeuwophopingen. Hoge sneeuwduinen zoals eerder deze winter hebben zich niet gevormd. Een waarnemer in het oosten van het land maakte woensdag zelfs melding van een tweetal sneeuwhoosjes. De verse droge sneeuw kan door de krachtige wind opwervelen waardoor zich hoosjes kunnen vormen zoals dat op een zomerdag gebeurt met stofhoosjes.

 
Landelijk gemiddeld aantal sneeuwdekdagen november 2009 - 9 februari 2010 (Bron: KNMI)
 

Witte winter
Het is vooral de sneeuw die deze winter bijzonder maakt. Sinds december ligt gemiddeld over het land (berekend over 13 weerstations) op bijna 40 dagen sneeuw. Zo'n groot aantal sneeuwdekdagen is sinds de winter van 1978/1979 niet meer voorgekomen. In de winter van 1978/1979 lag gemiddeld op 60 dagen sneeuw, enkele winters in de jaren tachtig kwamen tot 30 dagen met een sneeuwdek. In een normale winter telt ons land 13 sneeuwdekdagen.

Kou
Het koudegetal van Hellmann, berekend uit de som van alle negatieve etmaalgemiddelden van de temperatuur, komt dit weekeinde boven de 80 uit. Daarmee is de winter van 2003 toen het Hellmann getal op 80 eindigde gepasseerd. De andere koudere winter van deze eeuw was 2009 met een koudegetal van ruim 56. De winter van 2010 is dus wat het Helmann koudegetal betreft al de koudste van deze eeuw en de koudste sinds 1997 die een koudegetal van 131,6 opleverde. Bij een Hellmann koudegetal van meer dan 100, waar de winter niet ver van verwijderd is, valt deze winter in de categorie koud, boven de 160 spreken we van een zeer koude winter.

In het noordoosten is de winter een stuk kouder dan in het zuidwesten. Dat blijkt ook uit de verdeling van de Hellmann koudegetallen die momenteel uiteenlopen van ruim 22 in Zeeland tot circa 130 in Groningen.

Veel sneeuw Europa
De Europese wintersportgebieden hebben dankzij het winterse weerbeeld geen gebrek aan sneeuw. Ook in de middelgebergten van Duitsland en de Belgische Ardennen ligt een sneeuwdek van enkele tientallen centimeters dat voortdurend verder aangroeit. In verschillende landen geldt de komende dagen zelfs een meteoalarm waarschuwingsfase oranje of rood voor kou en nieuwe sneeuw. In Duitsland heeft vooral de Oostzeekust het zwaar te verduren door sneeuw in combinatie met een stormachtige wind.

Zwitserland beleefde de koudste januari sinds 1987, in Oostenrijk ligt inmiddels geheel onder een dikke sneeuwlaag. Sommige plaatsen kregen in 24 uur bijna 40 cm en zelfs in het laagland ligt lokaal meer dan een halve meter. Door de sneeuw is het lawinegevaar in sommige gebieden groot, klasse 4 op de vijfdelige schaal voor lawinegevaar.