Vulkaan nog steeds actief
17 april 2010 - De vulkaan in de gletsjer Eyjafjallajökull op
IJsland is nog steeds actief. Nog altijd wordt vulkaanstof met
een noordwestelijke stroming naar West-Europa gevoerd. De
stofwolk die door het KNMI ook in Nederland is waargenomen heeft
gevolgen voor het vliegverkeer.
Het KNMI geeft voor het eerst in zijn bestaan speciale
waarschuwingen (Volcanic Ash SIGMET) uit voor vulkaanas in het
Nederlandse luchtruim. Vulkaanstof kan gevaar opleveren voor het
vliegverkeer. Het vulkaanstof is goed te onderscheiden op
satellietbeelden en wordt ook gemeten met speciale
meetapparatuur, zoals een lidar. Een Lidar is een apparaat dat
een laserstraal om hoog schiet en dan naar de refelecties kijkt.
De meteorologen volgen de situatie op de voet en maken
modelberekeningen van de verspreiding van het stof. Het
vulkaanstof kwam in de loop van donderdag in het noorden het
land de atmosfeer binnen waarna de stofwolk zich langzaam over
het land verder verplaatste. Het vulkaanstof is boven Nederland
gemeten vanaf 2 tot 3 kilometer hoogte.
Lidarmetingen in Cabauw
Het RIVM beschikt over een bijzonder geavanceerde lidar,
de Raman-Lidar, die de stoflaag in detail zichtbaar kan maken.
Deze Lidar staat in Cabauw en met de gegevens kunnen de
eigenschappen van het stof afgeschat worden. Door vergelijking
met soortgelijke metingen elders in Europa komen we meer te
weten over veranderingen van het vulkaanstof tijdens het
transport. De afbeelding helemaal onderaan laat metingen van de
Raman-Lidar zien gemaakt op 16 april 2010. De afbeelding geeft
op ieder tijdstip een dwarsdoorsnede van de atmosfeer. De
stoflaag net boven de 2 km hoogte is goed zichtbaar (Metingen en
figuur: Arnoud Apituley (RIVM)
Vulkanisch zwavel en as vanuit de ruimte
Wetenschappers van het KNMI gebruiken satellietmetingen van door
de aardatmosfeer weerkaatst zonlicht om concentraties van
vervuilende stoffen te bepalen. Zwaveldioxide absorbeert
zonlicht bij bepaalde golflengtes sterker dan bij andere, en met
behulp van deze spectrale vingerafdruk kan betrouwbare
informatie verkregen worden over de totale hoeveelheid SO2 in de
atmosfeer. Ook kunnen de satellieten aswolken van de vulkaan
meten. De KNMI-metingen worden gebruikt door diverse Europese
luchtvaart instanties ter registratie van uitzonderlijk hoge
zwaveldioxide concentraties, en ter ondersteuning van
besluitvorming over het afsluiten van het luchtruim.
Rode zonsondergang
Vulkanologen houden de activiteit van de vulkaan op
IJsland nauwlettend in de gaten. Belangrijk is hoeveel
vulkaanstof er nog in de atmosfeer terechtkomt en in welke
richting zich dat verplaatst. Dat hangt sterk af van de
vulkaanactiviteit op IJsland en luchtstromingen op verschillende
hoogtes in de atmosfeer. Vulkaanstof kan in de atmosfeer leiden
tot opmerkelijk rode schemeringskleuren. Ook in ons land zijn
rode zonsondergangen waargenomen.
Weinig invloed IJsland vulkanen op klimaat
Vulkaanuitbarstingen op IJsland hebben in het verleden de
temperatuur op aarde nauwelijks beïnvloed. Erupties in tropische
gebieden zijn wel goed zichtbaar in de temperatuurreeksen. Grote
uitbarstingen zoals de Pinatubo in 1991 en de Tambora van 1815
zorgden er voor dat de wereldgemiddelde temperatuur een paar
jaar een kwart tot één graad lager lag.
De afkoeling werd veroorzaakt doordat vulkanisch stof hoog in
de atmosfeer zonlicht tegenhoudt. Vulkaanuitbarstingen hebben
alleen een langdurig koelend effect als het stof de stratosfeer
bereikt, op meer dan 10 tot 15 kilometer hoogte. Het stof van
vulkaanerupties in de tropen wordt door de luchtstromingen
verder omhoog gebracht en over de hele wereld verspreid, terwijl
dat van vulkanen buiten de tropen naar beneden waait en snel
weer verdwijnt. We verwachten dus niet dat de huidige
uitbarsting van de Eyjafjallajökull op IJsland de temperatuur
merkbaar zal beïnvloeden.
Ozonsonde KNMI (OMI) meet (ook indirect) vulkaanstof
in De Bilt
De afbeelding hieronder laat het profiel zien van de temperatuur
(groen in graden Celsius) en ozon partiële druk (blauw, in
milli-Pascal) boven Nederland. Opvallend zijn de lage
ozonwaarden tussen 2 en 5 kilometer hoogte. De ozon hier is
vermoedelijk afgebroken door de reactie met het vulkaanstof. Ook
is het mogelijk dat de ozon heeft gereageerd met vulkanisch
zwaveldioxide. Dit profiel is verkregen met de KNMI ozonsonde
die vanuit De Bilt is opgelaten op 16 april 2010 omstreeks 11:39
UTC (13:39 kloktijd).
Ook de komende dagen worden er extra sondes opgelaten om te
zie hoe de situatie zich ontwikkelt.
Bron: KNMI
De afbeelding hieronder laat het profiel zien van de
temperatuur (groen in graden Celsius) en ozon partiële druk
(blauw, in milli-Pascal) boven Nederland.
Aerosol Absorptie Index vulkaanstof (AAI) gemeten door OMI op
16 april voor de vlakjes die gemeten zijn. De oranje en rode
kleuren geven de hoogste waarden aan (hieronder).
Ook met de LIDAR van RIVM is de aerosollaag gemeten. Een
laserstraal schiet de atmosfeer in en de reflecties die (niet)
terugkomen geven een indicatie van de hoeveelheid aerosol op een
bepaalde hoogte. Absorptie-eenheden van de golflengte van ca.
1000 nanometer worden hieronder gegeven. Naarmate er meer
aerosol is, is er een kleuring naar geel en rood.
|